
Een nest kittens te zien wegkwijnen en de
beestjes binnen 2 dagen na hun geboorte te zien sterven, is ongeveer
het ergste wat een kattenfokker kan overkomen. Toch hebben veel
Britse Shorthairfokkers dit meegemaakt, totdat men ontdekte dat
de poes doordat zij een ander bloedtype had, de kittens onbedoeld
met haar melk doodde. Dit probleem doet zich vooral voor bij de
Britse rassen, omdat bijna 60% van deze katten bloedgroep B heeft.
Het kan echter bijna ieder ras treffen, dus ook onze lieve, oude
huiskatten.
Als de bloedgroep van de kat bekend is, kan
dit zijn/haar leven en dat van de kittens redden
Welke bloedgroepen en bloedtypen hebben katten?
Ons bloed bestaat uit rode bloedcellen, witte bloedcellen en plasma.
De rode cellen vervoeren zuurstof en hun conditie is van levensbelang.
Rode bloedcellen zijn, zoals de meeste andere lichaamsbestanddelen,
opgebouwd uit proteïne, en proteïnen kunnen worden herkend
en verwoest door ons immuunsysteem. De kat heeft in wezen
twee bloedgroepen: A en B (hoewel er een derde, zeer zeldzame groep
is, AB, die een combinatie is van de twee). De proteïnen van
de rode bloedcellen zijn in de ene groep A en in de andere B (zie
figuur 1). In feite verschillen de proteïnen aan de buitenkant
van de rode bloedcellen van type A en B maar een heel klein beetje,
maar het immuunsysteem ontdekt natuurlijk het verschil.

Zoals je weet is het bij een bloedtransfusie heel belangrijk
dat je het goede bloedtype krijgt. Een transfusie met verkeerd bloed
kan fataal zijn en dat geldt ook voor katten. Het immuunsysteem
van de kat of de persoon die de bloedtransfusie krijgt, reageert
op het vreemde bloed met alle gevolgen van dien.

Wat
is neonatal isoerythrolysis? Een nog niet zo
lang geleden herkende oorzaak van wegkwijnende kittens van raskatten
is neonatal isoerythrolysis, waarbij de kittens een ander bloedtype
hebben dan hun moeder. Door haar melk krijgen zij antistoffen tegen
hun eigen rode bloedcellen. De antistoffen verwoesten de rode bloedcellen
van de kittens wat tot geelzucht (zie figuur 2 en 3), bruine urine
en een snelle dood leidt. In minder ernstige gevallen, valt het
puntje van de staart eraf (figuur 4).
Bloedmonsters van de kittens en de poes kunnen worden onderzocht
om de diagnose te bevestigen.
 Figuur 2. Een nest kittens met neonatal
isoerythrolysis. Zie de gele neusjes door de geelzucht en het
bloederige puntje van de staart van het witte kitten.
 Figuur 3. De poot van een kitten met
neonatal isoerythrolysis – zie hoe geel het is door de geelzucht.

Voorkomen van neonatal isoerythrolysis
1. Voor het paren de bloedgroep van de poes en de
kat bepalen
Voorkomen houdt een bloedonderzoek in van de poes en van iedere
kat waarmee ze mogelijk gaat paren. Katten krijgen een gen voor
het bloedtype van hun moeder (in het ei) en een van hun vader (in
het sperma) – zie figuur 4. De genen voor bloedtype A zijn dominant
en overheersen de genen voor bloedtype B wat betekent dat een kat
met een combinatie van genen - Ab (denk eraan dat dit verschilt
van de derde, zeldzame bloedgroep AB) - bloedtype A heeft. Een poes
met bloedgroep B kan een kitten krijgen met bloedtype A als zij
gepaard heeft met een kat met bloedtype A die drager is van de genen
voor bloedtype B (zoals in figuur 5 en tabel 1). In dit soort situaties
is de kans op neonatal isoerythrolysis het grootst.
 Figuur 5. Hoe poezen met twee bloedtypen A kittens
kunnen krijgen met bloedtype B
Tabel 1 – Wat er gebeurt als
je een poes met bloedgroep B
laat paren met een kat met bloedgroep A, hangt samen
met het feit of zijn genen alleen A of een combinatie van A en B
zijn. De grijze vakjes geven de genen van de kitten aan. De grootste
kans op neonatal isoerythrolysis hebben kittens met bloedtype A
van wie de moeder bloedtype B heeft.
De genen van
de kat |
De
genen van de poes |
b |
b |
A |
Ab |
Ab |
A |
Ab |
Ab |
|
|
De genen van
de kat |
De
genen van de poes |
b |
b |
A |
Ab |
Ab |
b |
b |
b |
|
In dit geval hebben alle kittens bloedgroep
A, maar zijn dragers van bloedgroep B. |
|
In dit geval heeft de ene helft van de
kittens bloedgroep B (blauwe vakjes) en de andere helft
bloedgroep A, maar zijn dragers van bloedgroep B-genen. |
De genen van katten met bloedtype B zijn recessief (dat
wil zeggen dat ze twee b-genen hebben, genotype bb). Deze katten
kunnen veilig paren met katten met bloedtype B - alle kittens zullen
bloedtype B krijgen (tabel 2) en er zal geen neonatal isoerythrolysis
optreden.
SLEUTEL
Type gen |
Bloedgroep |
AA |
A |
bb |
B |
Ab |
A |
Tabel 2 – Wat gebeurt er als
je twee katten met bloedgroep
B met elkaar laat paren.
Tabel 2
De
genen van de kat |
De
genen van de poes |
b |
b |
b |
bb |
bb |
b |
bb |
bb |
Alle kittens hebben bloedgroep B (zie de grijze vakjes) en er
bestaat geen kans op neonatal isoerythrolysis
Tabel 3
– Wat gebeurt er als je twee katten met bloedgroep A met elkaar
laat paren.
De genen van de kat |
De genen
van de poes |
A |
A |
A |
AA |
AA |
A |
AA |
AA |
In het eenvoudigste scenario duiden de genetische codes
voor de kat en de poes op bloedtype A en die voor de kittens op
bloedgroep A. Maar omdat bloedgroep A dominant is en de genen
voor bloedgroep B overheersen, kan een kat of beide katten de gen
voor bloedgroep B dragen.
De
genen van de kat |
De
genen van de poes |
A |
b
|
A |
AA |
Ab |
A |
AA |
A |
|
Table 3a
De
genen van de kat |
De
genen van de poes |
A |
b |
A |
AA |
Ab |
b |
Ab |
bb |
|
In het eerste voorbeeld boven heeft de kat de beide versies van
zijn gen (dat wil zeggen een van zijn moeder en een van zijn vader)
die de genetische code bepalen voor bloedgroep A. Daarom hebben
al zijn kittens bloedtype A. De helft van zijn kittens draagt de
gen voor bloedgroep B, die ze van hun moeder hebben gekregen. Bij
geen enkele kitten bestaat er kans op neonatal isoerythrolysis,
omdat ze allemaal dezelfde bloedgroep hebben als hun moeder.
In de tweede tabel zijn beide kitten met bloedgroep A dragers
van de gen voor bloedgroep B. Zoals de tabel laat zien, heeft een
kwart van de kittens van dit paar bloedgroep B (blauwe vakjes).
Poezen met bloedgroep A hebben minder antitype B antistof dan dat
poezen met bloedgroep B antitype A antistof hebben, wat betekent
dat de type B kittens van deze paring zouden kunnen overleven. Als
de paring echter herhaald wordt, bouwt de poes anti-B antistof op
en uiteindelijk kan een kwart van haar kittens doodgaan aan neonatal
isoerythrolysis.
De enige manier om de genotype van een bloedtype A kat vast te
stellen, is door .haar met een type B kat te laten paren.
Tabel 4 –
Het resultaat van een testparing om vast te stellen of een kat met
bloedgroep A drager is van bloedgroep B-genen.
Wat gebeurt er als je een kat met bloedgroep
A die geen type B drager is, laat paren met een poes
met bloedgroep B. |
|
Wat gebeurt er als je een kat met bloedgroep A die
een type B drager is, laat paren met een poes met bloedgroep
b. |
De genen van de
kat |
De
genen van de poes |
b |
b
|
A |
Ab |
Ab |
A |
Ab |
Ab |
|
|
De genen van de
kat |
De
genen van de poes |
b |
b |
A |
Ab |
Ab |
b |
bb |
bb |
|
Alle kittens van deze paring hebben bloedtype A,
en daardoor een grote kans op neonatal isoerythrolysis
|
|
De ene helft van deze kittens heeft bloedtype A,
en de andere helft bloedgroep B. Omdat de poes bloedtype
B heeft, hebben de type A kittens kans op neonatal isoerythrolysis.
De kittens met bloedgroep B zijn veilig. |
Tabel 5 –
Het resultaat van een testparing om vast te stellen of een poes
met bloedgroep A drager is van bloedgroep B genen.
Wat gebeurt er als je een poes met bloedgroep
A die geen type B drager is, laat paren met een kat
met bloedgroep B. |
|
Wat gebeurt er als je een
poes met bloedgroep A die een type B drager is, laat
paren met een kat met bloedgroep B. |
De genen
van de kat |
De
genen van de poes |
A |
A |
b |
Ab |
Ab |
b |
Ab |
Ab |
|
|
De genen van de
kat |
De
genen van de poes |
A |
b |
b |
Ab |
bb |
b |
Ab |
bb |
|
Alle kittens van deze paring hebben bloedtype A,
en omdat ze dezelfde groep als hun moeder hebben, lopen
ze geen kans op neonatal isoerythrolysis
|
|
De ene helft van de kittens heeft bloedtype A, en
de andere helft bloedgroep B. Omdat de poes bloedtype
B heeft, hebben de type A kittens geen kans op neonatal
isoerythrolysis, terwijl de bloedgroep B kittens hierop
een kleine kans hebben. Poezen met bloedgroep A hebben
echter minder antitype B antistof dan dat poezen met
bloedgroep B antitype A antistof hebben, wat betekent
dat de type B kittens van een eerste en zelfs een tweede
paring zouden kunnen overleven. |

Komt neonatal isoerythrolysis voor bij mijn ras?
Op de Universiteit van Glasgow verzamelen we gegevens over de frequentie
waarmee in het VK type B katten bij de verschillende rassen voorkomen
(zei tabel 6). Type AB is zeer zeldzaam. Denk erom dat sommige rassen
betrekkelijk onbekend zijn en dat er nog maar weinig katten getest
zijn, waardoor de cijfers in deze tabel gebaseerd zijn op een klein
aantal proeven en dus niet helemaal nauwkeurig kunnen zijn. Bestaat
er bij dode kittens een vermoeden van neonatal isoerythrolysis,
laat de poes dan, ongeacht het ras, testen.
Tabel 6 – Frequentie van bloedtype
B bij verschillende kattenrassen: Rassen zonder type B kitten
zullen geen neonatal isoerythrolysis ontwikkelen.
Breed |
Type B |
Type AB |
Total no. of cats tested
by author |
Abysinnian |
0% |
|
6 |
Asian |
0% |
|
1 |
Bengal |
0% |
50% *1 |
8 *1 |
Birman |
22% |
|
69 |
British Shorthair |
53% |
0% |
128 |
Burmese |
0% |
|
16 |
Chinchilla |
0% |
|
1 |
Cornish Rex |
20-30% *2 |
|
|
Devon Rex |
54% |
7% |
28 |
Domestic shorthair |
8% |
2% |
48 |
Domestic longhair |
7% * 2 |
14% *1 |
14 *1 |
Exotic Shorthair |
20-30% *2 |
|
|
Himalayan |
10-20% *2 |
|
|
Japanese Bobtail |
10-20% *2 |
|
|
Maine Coon |
<5% *2 |
|
2 |
Manx |
0% |
|
3 |
Norwegian Forest |
<5% *2 |
|
|
Ocicat |
0% *2 |
|
|
Oriental shorthair |
0% *2 |
|
|
Persian |
12% *1 |
|
17 *1 |
Scottish Fold |
0% |
|
1 |
Siamese |
0% |
|
7 |
Somali |
10-20% |
22% *1 |
9 *1 |
Sphinx |
10-20% |
|
3 |
Ragdoll |
8% |
8% |
24 |
Turkish Van |
0% |
|
1 |
* Als ik een bepaald ras niet heb getest,
of als een andere schrijver meer katten heeft getest, heb ik hun
percentages gebruikt: Knottenbelt en anderen, 19991 of Callan &
Giger, 19942.
2. Testen van de bloedgroep van kittens bij hun
geboorte Een druppeltje bloed van de navel
van de pasgeboren kitten kan worden gebruikt om het bloedtype van
de kitten te bepalen en te beoordelen of het bij de moeder kan drinken.
Natuurlijk moet het bloedtype van de moeder ook worden bepaald.
Een kitten kan veilig bij de moeder met dezelfde bloedgroep drinken,
maar als de bloedtypen van de kitten en de moeder verschillen, is
het beter de kitten de eerste 16 uur niet bij zijn moeder te laten
drinken..
3. Zorg dat risicokittens de eerste 16 uur niet
bij hun moeder drinken. De darmen van de
pasgeboren kitten zijn alleen de eerste 16 uur permeabel voor antistoffen
in het colostrum. Hierna is het betrekkelijk veilig de kitten bij
de moeder te laten drinken ook al heeft die een ander bloedtype.
Aanvullende literatuur
1. Knottenbelt CM,Addie DD, Jay MJ, Mackin AJ. 1999 Vaststelling
van de invloed van bloedtypen van katten in de VK. Journal
of Small Animal Practice 40 115-118 2. Callan, MB, Giger U.
1994 Transfusion medicine. Consultations in feline medicine 2. Ed.
Augustus, JR 525-532 3. Callan, MB, Giger U. 1997 Colostrum:
friend or foe? Feline Advisory Bureau Journal 35 70-72

Steun het onderzoek naar neonatal isoerythrolysis Graag hoor ik van mensen die
ervaring hebben met het laten paren van type A poezen met type B
katten, of katten met type AB met elk ander type (A, B of AB) Wilt
u svp dit e-mailformulier invullen: (is binnenkort beschikbaar –
bezoek ons nog een keer om het formulier in te vullen!)
Bijgewerkt 7 januari 2003
Onze hartelijke dank aan Saskia Steur, Ada de
Raad, Henny de Lege, Helen van Mackelenebrgh, Tineke Blokzijl –
Haar voor de vertaling naar het Nederlands van Dr Addie's webstek
Site ©2000
- 2004 Dr.
Diane Addie Site
Design ©
Melody Amundson, Mariposa Creations |