Feline infectieuze peritonitis (FIP) is de grootste besmettelijke doodsoorzaak onder katten. FIP treedt op wanneer de kat niet goed reageert op een infectie met het feline coronavirus (FCoV). De meeste katten raken gewoon geïnfecteerd, geven ongeveer twee maanden FCoV door, bouwen een immuniteitsreactie op, overwinnen het virus en leven vrolijk verder (zie Hoe kan een FCoV-infectie in een cattery of in een huishouden met katten worden uitgebannen). Helaas is er, om ons nog niet geheel duidelijke redenen, een klein aantal katten waarin zich FIP ontwikkelt en bij wie de FCoV-infectie dus niet verdwijnt. De naam FIP is enigszins misleidend. FIP is geen ontsteking van het peritoneum (het buikvlies), maar een vasculitis (ontsteking van de bloedvaten). De klinische verschijnselen die de kat ontwikkelt, hangen af van welke bloedvaten beschadigd raken en naar welk orgaan of welke organen die bloedvaten bloed aanvoeren. Natte
of effusie-FIP Droge
of niet-effusie FIP
(Hartelijk dank aan Mevr. M. voor deze foto.) De kat kan bloedingen in het oog hebben, maar ook kan er een witte neerslag op de cornea (het heldere membraan op de voorzijde van het oog) optreden.
Voor dierenartsen: Controleer de ogen met een oftalmoscoop op vitreuse ring- en manchetvorming rond een retinaal bloedvat (zie foto hieronder).
(Hartelijk dank aan John Mould voor deze foto.) Zo’n 12% van de katten met niet-effusieve FIP krijgen ook neurologische symptomen. Ze worden vaak ataxisch (onzekere gang en omvallen bij het lopen), ze kunnen last krijgen van bevingen, toevallen, hun ogen kunnen van links naar rechts schieten in plaats van in focus zijn. Toch kunnen al deze klinische symptomen door een andere, soms behandelbare, aandoening worden veroorzaakt waardoor het van essentieel belang is dat de diagnose juist is.
In ons laboratorium van de Universiteit van Glasgow bieden we een FIP-profiel dat een diagnose van FIP voor meer dan 90% van de gevallen bevestigt of uitsluit. Het FIP-profiel bestaat uit vier delen: een feline coronavirus (FCoV) antistoftiter, albumine:globuline (A:G) ratio van de effusie of plasma, alfa-1-zuur glycoproteïne (AGP) niveau en cytologie of hematologie.
Profiel effusie-FIP
(natte FIP)
Profiel effusie-FIP (natte FIP) FCoV antistoftiter Let op: Veel gezonde katten en katten met een andere ziekte dan FIP hebben FCoV antistoffen. De aanwezigheid van FCoV-antistoffen alleen levert geen diagnose FIP op, als de andere parameters van het profiel niet wijzen op een diagnose FIP. Totale proteïne in de effusie
en de verhouding albumine:globuline (A:G) AGP-niveau Cytologie Samenvatting
FCoV antistoftiter Let op: Veel gezonde katten en katten met een andere ziekte dan FIP hebben FCoV antistoffen. De aanwezigheid van FCoV-antistoffen alleen levert GEEN diagnose FIP op, als de andere parameters van het profiel niet wijzen op een diagnose FIP. Een gezonde kat met een hoge FCoV antistoftiter is GEEN kat met droge FIP. Albumine:Globuline verhouding
(A:G) AGP-niveau Hematologie Samenvatting Onthoud: een gezonde kat met een FCoV antistoftiter is GEEN kat met droge FIP.
Voor het insturen van een monster naar de Universiteit van Glasgow voor een FIP-profiel
Effusieve of natte FIP: stuur 1 ml heparine bloed en 1-2 ml effusie op in gewone, EDTA buisjes. (Let op: het insturen van effusie zal de kans op een nauwkeurige diagnose substantieel verhogen.) Niet-effusieve of droge FIP: stuur 2 x 1 ml heparine bloed en 1 ml EDTA bloed en twee aan de lucht gedroogde bloeduitstrijkjes. Stuur de monsters met een testverzoekformulier op (dit kan gedownload worden van Companion Animal Diagnostics of verkregen worden door +44 (0) 141 330 5777 te bellen) of door een briefje met uw adres te sturen naar: Companion Animal Diagnostics
Gebruik een betrouwbaar FCoV antistoftest Toepassing van FCoV antistoftesten Het is van essentieel belang dat uw dierenarts een BETROUWBARE FCoV antlichaamtest gebruikt, zoals de immunofluorescerende antistoftest die wij op de Universiteit van Glasgow gebruiken. Niet alle testen zijn vergelijkbaar met die van ons. In ons laboratorium hebben we ervaren dat de FCoV Immunocomb, van Biogal Galed Laboratories, zeer gunstige overeenkomsten vertoonde met onze antistoftest. Deze bevinding werd gepresenteerd tijdens de Second International Feline Coronavirus/Feline Infectious Peritonitis workshop en het abstract is verkrijgbaar op die website voor diegenen die meer informatie wensen. Het volledige artikel wordt in april 2004 gepubliceerd in het Journal of Feline Medicine and Surgery. De Immunocomb is een antistoftest die binnen de dierenartsenpraktijk toegepast kan worden. (Let wel: alhoewel Biogal Galed een link op deze website heeft, ben ik op geen enkele manier bij hen in dienst en ben ik ook geen aandeelhouder. Zij hebben wel het onderzoek gefinancierd waarin hun test werd geëvalueerd, maar hierbij was volledig duidelijk dat ik mijn bevindingen zou publiceren ongeacht de uitkomst Ik blijf onafhankelijk – ik verdien persoonlijk niets aan Biogal en zij dragen financieel niet bij aan mijn onderzoek. Hun link staat hier omdat ik hun FCoV Immunocomb-produkt persoonlijk goedkeur. Zij betalen dezelfde tarieven als de andere adverteerders, maar het tarief dat zij betalen komt ten goede aan het Celia Hammond Animal Trust, een liefdadigheidsinstelling die katten redt.) Een opmerking voor de producenten van FCoV antistoftesten: Ik bespreek te allen tijde graag de evaluatie van uw antistoftesten met u. Toepassing van FCoV antistoftesten 1. Diagnose
FIP 1. Diagnose FIP (zie FIP diagnose hierboven) Goede antistoftesten zijn vreselijk belangrijk bij de diagnose van FIP. De meeste gevallen van FIP hebben heel hoge titer en een negatieve test kan vaak een diagnose FIP uitsluiten. Soms lijkt een effusieve FIP negatief voor antistoffen, omdat er zoveel virus in de kat aanwezig is dat alle antistoffen met het virus zijn verbonden en dat er geen vrij zijn om zich te binden aan het virus in de test. Een veel gestelde vraag is of antistoftesten FECV kunnen onderscheiden van het FIP-virus. Dit is geen goede vraag, want daar waar FCoV is, kan FIP zich ontwikkelen. Geen enkel consequent genetisch of serologisch verschil is ooit in virussen in katten met FIP aangetroffen, vergeleken met virussen in gezonde katten. 2. Testen van katten die in aanraking zijn geweest met een kat met vermoedelijk FCoV-uitwerpselen Deze katten hebben hoogstwaarschijnlijk antistoffen voor FCoV, aangezien dit een vreselijk besmettelijk virus is. Toch kan het testen zinvol zijn om een antistoftiter te verkrijgen die ter vergelijking gebruikt kan worden wanneer 2-3 maanden later een herhalingstest wordt uitgevoerd om te bepalen of de antistoftiter afneemt. Natuurlijk is het goed nieuws als de antistoftiter van de kat minder is dan 10 (dus negatief) – de kat zal geen FIP ontwikkelen en werpt geen FCoV uit. Dan is het veilig om een andere kat in de buurt te hebben om deze kat gezelschap te houden! Als men eenmaal weet dat een kat FCoV seropositief is, kan men de stress voor de kat verlagen in een poging om FIP te voorkomen.
Het is belangrijk dat kattenfokkers voorkomen dat hun eigen katten of die van anderen geïnfecteerd raken door het uitsluitend onderling laten paren van seropositieve katten en respectievelijk seronegatieve katten.
Aangezien FCoV zeer besmettelijk is, is het niet altijd nodig om alle katten in een huishouden te laten testen om te bepalen of FCoV al dan niet aanwezig is. Als de katten in groepen leven is het voldoende dat een enkel monster per groep wordt getest. Als de FCoV endemisch is hebben meestal ruim 90% van de katten antistoffen. In controleprogramma’s worden de katten elke 2-3 maanden getest en als hun titers afnemen tot nul worden ze in de negatieve groep geplaatst om herbesmetting te voorkomen.
Wanneer een huishouden vrij is van FcoV, is het van groot belang dat dit zo blijft, dus dienen alle nieuwe katten en kittens negatief getest te zijn voordat ze in de groep kunnen worden opgenomen. Het zou zelfs verstandig zijn om katten die terugkomen van fokken of shows in quarantaine te zetten en te laten testen.
Opsporing
van virussen met RT-PCR In mijn onderzoeksrapport ben ik tot de conclusie gekomen dat het zinvoller is om onze antistoffentest uit te voeren dan RT-PCR: om aan te tonen dat het virus uit het lichaam van de kat verdreven is, was slechts 1 antistoffentiter van minder dan 10 in ons laboratorium nodig, terwijl hiervoor 5 maandelijkse negatieve RT-PCR testen van de ontlasting nodig waren. Toch is RT-PCR de enige manier om een dragerkat op te sporen – een kat die gedurende 9 maanden of langer continu FCoV uitscheidt, zal waarschijnlijk zijn leven lang drager zijn. Op het moment van schrijven is er nog geen RT-PCR beschikbaar waarmee onderscheid kan worden gemaakt tussen coronavirussen die FIP veroorzaken en coronavirussen die geen FIP veroorzaken. Het verschil tussen het eerste en het tweede is dat bij FIP het FCoV zich kan vermeerderen door celdeling in macrofagen, terwijl bij met FIV besmette katten zonder FIV het FCOV zich niet vermeerdert in macrofagen. (macrofagen zijn een bepaald type witte bloedcellen). Op het tweede International Feline Coronavirus/Feline Infectious Peritonitis symposium echter presenteerde een jonge Nederlandse wetenschapper, Fermin Simons, een RT-PCR waar hij aan werkt waarmee zich vermeerderende FCoV in macrofagen opgespoord kan worden. Zijn samenvatting staat op de SIFFS website. Deze RT-PCR is nog niet op de markt, maar is een veelbelovende test voor de diagnose van FIP. Behandeling van
FIP – dit gedeelte is bedoeld voor dierenartsen. Op welke symptomen moet ik letten bij mijn kat? De volgende symptomen kunnen een teken zijn dat uw kat FIP ontwikkelt:
Als u een kattenfokker bent, kunnen de volgende symptomen bij uw kittens wijzen op de aanwezigheid van FCoV:
Onthoud dat de hierboven genoemde symptomen ook kunnen voorkomen door andere aandoeningen die te genezen zijn. Dus ga met uw katten naar de dierenarts als een van deze symptomen zich voordoet en hoop er het beste van. Vergeet niet dat acht van de tien katten van wie monsters naar ons laboratorium gestuurd werden voor onderzoek op FIP, helemaal geen FIP bleken te hebben!
Onze hartelijke dank aan Saskia Steur, Ada de Raad, Henny de Lege, Helen van Mackelenebrgh, Tineke Blokzijl – Haar voor de vertaling naar het Nederlands van Dr Addie's webstek last updated 26 Feb 2004 Site ©
2000 - 2003 Dr.
Diane Addie |
|||||||||||||||
|